Historie

1880 – 1920

Op maandag 5 oktober 1880, wordt de vereniging “Triton” een feit bij hamerslag van de heer C.A. Nieuwenhuis tijdens een vergadering van corpsleden. Een half jaar later, op 9 februari 1881, wordt de vereniging officieel erkend door het Utrechtsch Studenten Corps. Op de kruisvaart wordt de eerste loods, drijvend op biertonnen, geopend.

De eerste stappen op weg naar de Nederlandsche Studenten Roeibond worden in 1882 gezet, als Triton zich aansluit bij het idee van Njord en Laga om een jaarlijks terugkerende wedstrijd te organiseren; de Varsity. Een jaar later trekt Triton op de Hollandia haar eerste blik. Winst op het hoofdnummer laat echter op zich wachten tot 1895, als de ploeg ‘Schering en Inslag’ (Van Duyl, Moltzer, Lulofs, Hartog en Brandt) de toon zet voor de komende jaren door vier maal op rij het hoofdnummer te winnen. In de geschiedenis van Triton zult u een contrast zien tussen vruchtbare periodes op de Varsity afgewisseld met lange periodes van droogte, de vereniging moet dan ook wachten tot 1911 en 1912 tot het weer de overwinning kan vieren. ‘Buffel’ is ditmaal de gevierde ploeg.

1891 ca. botenhuis van Triton op de Kruisvaart. Op de achtergrond de vm. locomotievenloods Damlust die vanaf 1878 als kazerne dienst ging doen

1920 – 1940

Reeds in 1919 is er sprake van de komst van de dames van Utrechtsche Vrouwen Studentenvereniging op het terrein van Triton; voornamelijk uit economische overwegingen zodat er een nieuwe loods gerealiseerd zou kunnen worden. Uiteindelijk blijkt de steun van de dames daarvoor niet nodig en worden de roeisters vooralsnog buiten de deur gehouden. Vier jaar later, in 1923, wordt de intrek genomen in een nieuwe loods in park Oog in Al. Tegelijkertijd wordt er afscheid genomen van bootsman Hendrik van Essen, al snel wordt besloten de heer Cor Heuvelman in dienst te nemen als nieuwe bootsman.

Toeval of niet; drie jaar na de ingebruik name van de nieuwe loods en het aanstellen van de nieuwe bootsman trekt de Jonge Vier (Booy, Gunning, Scheuer en Kleyn) het eerste blik op een Nederlands Kampioenschap voor Triton. En na achttien jaar droogte wordt in 1930 weer een Varsity overwinning gevierd op Triton. Roelofsen, Röell, Cornelis en Weber waren de oorzaak van een gigantische vreugde na deze overwinning. Roelofsen en Röell gaan nog mooiere tijden tegemoet; een jaar na hun overwinning op de Varsity, zegevieren ze als eerste Tritonen op het Europees Kampioenschap in Parijs. Ze worden eveneens in 1932 uitgezonden naar de Olympische Spelen van Los Angeles, daar veroveren zij een knappe vierde plaats. Twee jaar later is Triton andermaal succesvol op de Varsity; Moltzer, Oppenoorth, de broers Storm van ‘s Gravensande halen het hoofdnummer binnen. In dat jaar wordt ook de eerste lichte Tritonploeg gevormd. In 1936, weet Triton de relatief vruchtbare Varsity periode door te zetten. Brands, Van der Leeuw, de Witt Puyt en Goslinga roeien onder leiding van onze voormalige erepraeses, de heer Willebrand, het hoofdnummer binnen. Een jaar later is de ploeg van de heer Willebrand andermaal de sterkste, nu roeien Brands, Van der Leeuw, De Langen en Kalt Triton naar de overwinning.

1940 – 1950

Op vijf mei 1940 zal de eerste Varsity op het Amsterdam Rijnkanaal verroeid worden, vijf dagen later, valt het Duitse leger echter Nederland binnen. Het eerste jaar verloopt relatief rustig voor Triton, tot de bezetter op 11 juli 1941 het U.S.C., samen met 23 andere Nederlandse societeiten opheft. Met juridisch kunst- en vliegwerk weet advocaat mr. N.J. Bink de vereniging keer op keer voor de definitieve ondergang te behoeden. De schaarste na de Tweede Wereldoorlog wordt overal gevoeld, zo ook bij Triton, met veel moeite wordt de materiële schade hersteld en een enthousiaste groep coaches en roeiers gevormd. Na zes jaar wordt er in 1946 weer een Varsity geroeid. De organisatie wordt bijgestaan door Cor Heuvelman en een wedstrijdcommissie van Triton, beter bekend als de ‘Varsitycommissie’. Bloemers, Roorda, Ameling en Bolhuis liggen na de kilometer al zo ver voor dat de overwinning Triton nauwelijks nog kan ontgaan. Het koninklijk huis verleent het predikaat ‘Koninklijk’ aan de Nederlandschen Studenten Roeibond, om de erkentelijkheid van het koninklijk huis tot uitdrukking te brengen voor hetgeen studenten van universiteiten en hogescholen hebben verricht in het verzet tegen de bezetter. Roorda weet nog twee jaren achtereen, in ‘47 met Verschoof, Ameling en Cornelis en in ‘48 met Zevenbergen en andermaal Verschoof en Cornelis, een Varsityblik binnen te halen voor Triton.

1950 – 1990

Na vijf gouden blikken tijdens acht Varsity’s blijft het weer lange tijd angstvallig stil rond Triton. Na 37 jaar dienst neemt Cor Heuvelman in 1961 afscheid als bootsman. De naam ‘Heuvelman’ is inmiddels zo vergroeid met Triton dat de komst van zijn zoon, Wim, haast vanzelfsprekend is. Midden jaren zestig breekt er een gouden periode aan voor Triton; in 1964 wordt er voor het eerst in zestien jaar weer een Varsity-blik getrokken. Ritsema, Goslinga, Odink en Hovenkamp weten de droogte te doorbreken. In datzelfde jaar worden Rouwé en Hartsuiker, beiden tweedejaars roeiers, bij wijze van experiment in een twee-met gezet. Na drie blikken op Nederlandse wedstrijden mogen ze aantreden tegen de (ongeslagen) Duitse wereldkampioenen Neuss en Jordan. De Duitse ploeg komt met een achterstand van zestien seconden over de streep. Op de Olympische Spelen van Tokio in 1964 moeten de twee Tritonen de Amerikanen en Fransen voorlaten, maar ze weten wel een bronzen medaille mee naar huis te nemen. Samen met Brummelman en Dronkert weten Rouwé en Hartsuiker in 1967 ook de Varsity bij te schrijven op de palmares van Triton.

Wegens teruglopende ledenaantallen ziet Triton zich in 1969 genoodzaakt ook niet corps-leden toe te laten. In de loop van de jaren zestig en zeventig wordt duidelijk dat Triton, en de andere studentenroeiverenigingen, Opopoi (U.V.S.V), Charon (Veritas) en Batavier (Unitas) niet langer voort kunnen bestaan zonder elkaar. Vanaf 1967 worden er besprekingen gevoerd over samenwerkingsplannen voor de universitaire roeiaccomodatie. In 1970 onstaat uit een fusie tussen Charon en Batavier A.U.S.R. Orca, Opopoi vindt het nog te vroeg voor een officiële fusie. De doelstellingen van beide verenigingen blijken toch te ver uit elkaar te liggen en Opopoi gaat weer in dialoog met Triton. In september 1972 roeien de dames hun boten naar de loods van Triton en de fusie is een feit. Vijf jaar later wordt de bouw van een gezamenlijke loods gestart aan de Verlengde Hoogravenseweg. In de wirwar van fusies wint een lichte Triton-Orca combinatie acht zilver op de Wereldkampioenschappen en in 1976 gaat Ans Gravesteijn in een combinatie met Orca en Nereus naar de Spelen van Montreal. Elf jaar later resulteert de sterke ontwikkeling van enkele Triton-roeiers in de uitzending van Laurien Vermulst (lichte dames-dubbeltwee), Jan van Bekkum (lichte heren dubbel twee) en Johan Leutscher (zware vier zonder). In 1988 start Leutscher op de Olympische Spelen van Seoul eveneens in de vier zonder.

1990 – 2010

De jaren negentig zijn een zeer succesvolle jaren voor het damesroeien bij Triton. Dames 1990 zet de toon door in haar eerste jaar met de acht vrijwel alles te winnen wat er te winnen valt. Het viertje (Dames 1990 bestaat uit twaalf roeisters) is eveneens succesvol met drie blikken, en bezit een prachtige witte Citroën met het Tritonsymbool op de motorkap. Daarnaast weten Vermulst en Annette Bogstra (inter)nationale successen te behalen. Vermulst wint zilver op de Wereldkampioenschappen van ‘93 en ‘94 en Bogstra behaalt in ‘95 brons op de wereldkampioenschappen, nadat zij zich van haar lange lokken ontdaan had om ingewogen te worden. In 1995 wordt door Erica Terpstra ook de nieuwe loods, die de naam ‘de Punt’ zal dragen, geopend. Een jaar later is andermaal een Tritoon van de partij op de Olympische Spelen. Pieter van Andel behaalt in de dubbel-vier een tiende plek in Atlanta. Aan het eind van de jaren negentig overlijdt de vrouw van Wim Heuvelman, hij besluit te verhuizen naar zijn oude stek in park Oog in Al en zijn zoon Michel doet zijn intrede. Samen met zijn vrouw Saskia en hond Vox neemt Michel het beheer van ‘de Driewerf’ over.

Aan het begin van het nieuwe millenium pakken onheilspellende wolken zich samen boven Triton: een ongeluk met de botenwagen doet de vloot aanzienlijk krimpen. Negen boten zijn beschadigd, waarvan twee onherstelbaar. Een groot aantal gulle gevers vangen uiteindelijk de financiële schade op. Gelukkig breekt de hemel al snel open; Licht ‘03 behaalt als eerste ploeg in de geschiedenis van Triton het eerstejaarsklassement. Het begin van het nieuwe millenium betekent ook de opkomst van Jurrien Rom Colthoff. Hij gaat mee als reserve van de Nationale Acht naar de Olympische Spelen van ‘04 in Athene en hij neemt deel aan verschillende wereldkampioenschappen. Bovendien is Rom Colthoff één van de Triton-roeiers die in 2008 de Head wint in de Oude Acht. Een andere roeier in opkomst aan het begin van de 21ste eeuw is Maud Klinkers. Klinkers verovert brons bij haar eerste Wereldkampioenschap in 2001 en het jaar daarna een zilveren plak. Ook in tweeduizend en drie en tweeduizend en vier doet ze mee aan wereldkampioenschappen. Evenals Rom Colthoff mag Klinkers mee als reserve naar de Olympische Spelen in Athene. In het seizoen 2007-2008 worden enkele prestaties van historisch formaat geleverd. Voor het eerst sinds 1962 wordt de Blauwe Wimpel weer naar Utrecht gehaald door de Oude Acht, bestaande uit Haverkamp, Hagedoorn, Leemreis, Vinken, Rom Colthoff, Hendriks, Switters, Ruers en stuurvrouw Kamps. In de zomer van 2008 weet Reinoud de Groot eveneens Triton geschiedenis te schrijven: hij behaalt brons op de Wereldkampioenschappen; de eerste mannelijke medaille op een Wereldkampioenschap voor een Tritoon sinds de jaren negentig. Diezelfde zomer weet Kaj Hendriks zilver te behalen bij de FISU-wereldkampioenschappen.

Een laatste historische prestatie leverde Roline Repelaer van Driel. Na een jaar bij Dames 2004 gaat zij verder in een twee-zonder. Naast een bondstest en een uitverkiezing voor de Development-acht wint zij twee jaar achtereen de NKIR, in 2004 in het beginnelingenveld en het jaar erna in het Dames SB-veld. Haar uitzending naar de Wereldkampioenschappen in 2006 in de vier-zonder is dan ook geen verrassing. Een half jaar later maakt Repelaer van Driel deel uit van de Nationale Acht die op de wereldbekerkampioenschappen tweemaal brons en één maal goud behalen. Desondanks weet de acht zich ternauwernood niet te plaatsen voor de Olympische Spelen. In juni 2008 plaatst de acht zich alsnog voor ‘Peking’. Met een sterke eindsprint weet Repelaer van Driel met haar zeven ploeggenoten vanuit schijnbaar geslagen positie het zilver achter de Verenigde Staten te veroveren. Een prestatie die geen “Triton”-roeier of roeister haar nadeed.

2010 – heden

De afgelopen 6 jaar in de 21e eeuw brachten Triton geen Varsity overwinning, ondanks verwoede pogingen. Dat mag inmiddels wel Tritons grootste complex worden genoemd. Triton maakte in 2010 een grote sprong naar professie door het opzetten van het Regionaal Talent Centrum, waarin de krachten van regionale roeiers en professionele coaches gebundeld werden. In het jaar 2012 werd het meerjarenplan ingevoerd met als doel om binnen 5 jaar bij de 5 beste roeiverenigingen van Nederland te horen. Met het aannemen van profcoach Coen Eggenkamp en krachttrainer Tjalling Knijf deed Triton een stap in de goede richting. Ondertussen doen de bondsroeiers van Triton goeie zaken voor het Nederlandse roeien. Kaj Hendriks werd in 2013 wereldkampioen in de M4- en ook Harold Langen wist zich een weg te banen naar de Nederlandse Roeibond.

Voordat het roeiseizoen van 2016 in Nederland was begonnen, bewijst Joanneke Jansen dat je zelfs na een bestuursjaar nog op topniveau kan presteren. Na een lange en zware selectie voor de boot van Oxford wist ze uiteindelijk een plek te veroveren. Niet heel veel later verslaat Joanneke Cambridge en wint daarmee de meest prestigieuze studentenroeiwedstrijd van Engeland, de Boatrace.

Maar liefst drie Tritonezen hebben in de zomer van 2016 de donkerblauwe eer verdedigd op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Harold Langen roeide in de mannen vier-zonder, Monica Lanz in de Vrouwenacht en Kaj Hendriks in de Hollandacht. Alle drie de Tritonezen wisten de Olympische finale te behalen. Kaj Hendriks wist met de Hollandacht de derde plaats te bemachtigen en dus een bronzen medaille binnen te slepen. Een ongeloofelijk goede prestatie! Dit is de vijfde Olympische medaille voor Triton in haar 136-jarige geschiedenis. Harold Langen werd met de mannen vier-zonder verdienstelijk vijfde. Monica Lanz werd met de Vrouwenacht zesde na een spannende race waarbij ze moedig gevaren hebben en tot de 1000 meter op een tweede positie in het veld lagen. Alle drie de roeiers hebben een fantastische prestatie geleverd!

In mei 2017 namen zowel Monica Lanz als Harold Langen deel aan de Worldcup in Belgrado. Monica Lanz behaalde goud in de W4- en Harold Langen wist een tweede plek te bemachtingen in de M4- en verdiende daarmee zilver.